Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
Bij par. 1.4, subpar. 'meetmodel' staat in de tekst: "Vervolgens lopen er lijnen van elke operationalisatie naar de indicatoren waar die operationalisatie uit bestaat."

Mijn interpretatie: er lopen dus pijlen van de ovalen naar de rechthoeken, zoals in fig. 1.4.1.; en niet andersom. Bij Fig. 1.4.2 loopt de lijn echter van de rechthoek naar het ovaal. Klopt de richting van die pijl wel? Volgens mij moet de pijl van 'optimisme' naar 'Best Possible Self Manipulatie' lopen.

Daarnaast klopt de tekst in de subpar. volgens mij niet. De pijl representeert toch eigenlijk de operationalisatie? En de ovaal is het construct? Volgens mij had de tekst dus moeten zijn: "Vervolgens lopen er lijnen (de operationalisatie) van het construct naar de indicatoren waar die operationalisatie uit bestaat."

mvg, Ilse
in Inleiding Onderzoek (OIO, PB02x2; was Inleiding Data Analyse, IDA) door (320 punten)

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks
Operationalisatie = hoe iets meetbaar gemaakt wordt en bestaat uit indicatoren (in de vierkanten) en constructen (in de ovalen).

In het voorbeeld van Big 5 staan de specifieke vragen in het vierkant en de constructen zijn de Big 5 pers. kenmerken. In het voorbeeld van het experiment is de manipulatie de indicator en optimisme het construct.

De pijl geeft enkel aan hoe construct en indicator zich tot elkaar verhouden.
door (49.7k punten)
Dus bij fig. 1.4.2 vertegenwoordigt de pijl de causale relatie? Eigenlijk tussen 2 constructen, waarvan de linkse is weergegeven door een indicator/al geoperationaliseerd is en dus een rechthoek en de rechtse niet geoperationaliseerd is en dus een ovaal?

Terwijl bij fig. 1.4.1 de pijl de operationalisatie vertegenwoordigt?

Interpreteer ik het zo goed?
Bijna. De pijl geeft enkel aan dat/hoe de twee zich tot elkaar verhouden, een pijl geeft nooit operationalisatie aan. Ook kun je niet spreken van een causale relatie, dat kun je enkel bij de structurele modellen, waar de pijl de richting van het verband aangeeft. Dit zijn anderssoortige figuren, waarbij het onderscheidt wordt aangegeven tussen een construct (psychologisch begrip dat je wilt meten bijv. extraversie) en hoe je het concreet in je onderzoek zit (bijv. met welke vragen of met een manipulatie).

De richting van de pijlen is een redenatie kwestie. Bij het eerste voorbeeld zeg je Big five wordt in dit onderzoek gemeten met deze vragen, bij het tweede voorbeeld zeg je in dit onderzoek doe ik een manipulatie waarmee ik dit begrip meet.
...