In par. 5.2 'De steekproevenverdeling van beta' worden bij subpar. 'de standaardfout van een regressiecoëfficiënt' twee ruwe regressiecoëfficiënten gegeven, namelijk 0,45 en -0,05. Volgens mij moeten er per analyse (boos-blij en boos-gepijnigd) 2 beta's worden gegeven bij ruwe regressiecoëfficiënten, namelijk de b0 (=intercept) en b1(=helling). Nu wordt er maar één regressiecoëfficiënt gegeven per analyse. Is dat de b1? Zo ja, waarom wordt de b0 niet gegeven?
Als ik in Field (2018) blz 396 'output 9.4' kijk, dan wordt wel zowel de constant (b0) als de b1 ('advertising budget') gegeven. En van zowel b0 als b1 significantie èn betrouwbaarheidsinterval berekend.
De tekst heeft het in par. 5.3 en par. 5.4 verder over 'de regressiecoëfficiënt'. Bedoelt men hier steeds de b1?
Alvast bedankt.
mvg Ilse