In opdracht 6.3.7 worden eerst de gesplitste data vergeleken om te zien of (in die analyse: statistiekangst) de variabele afneemt los van de interventie. Daarna worden met het verschil van de voor- en nameting in opdracht 6.3.8 gekeken of er effect is van de interventie.
Nu ging ik er daarom in opdracht 6.3.10 van uit dat je volgende volgorde van stappen moet hanteren: 1) beschrijvingsmaten bekijken voor t0, t1 en dif_commitment (is er normaalverdeling), dan 2) geplitste data t0 en t1 vergelijken (geplitst naar 'Assertivity') met gepaarde t-test en daarna 3) een ongepaarde t-test voor dif_commitment met Assertivity.
Nu blijkt uit de toelichting/antwoord bij deze vraag dat je geen vergelijking hoeft te doen voor de geplitste data met t0 en t1 (oftewel stap 2 hoeft niet en stap 1 hoeft niet voor t0 en t1). Waarom is stap 2 hier bij opdracht 6.3.10 niet nodig? En waarom was die stap wel nodig bij opdrachten 6.3.7+6.3.8?
Nu ik toch die tussenstap toch heb uitgevoerd, leidt mij dit tot een tweede vraag. Je zou verwachten dat de controlegroep (geen training) gelijk blijft tussen t0 en t1. Als ik echter splits en daarna een gepaarde t-toets uitvoer met SPSS, dan vind ik o.a. het volgende voor de groep 'no training':
verschil=-0,922, sd=2.018, t=-3,261, p=0,002, gem. t0=25,04, gem. t1=25,96
handmatig: Cohen's d=-0,46, Cohen's d 95%=[-0,74;-0,16]
(commando: sort cases by Assertivity.
split file seperate by Assertivity.
T-test
pairs=t0_commitment with t1_commitment (paired).
split file off.)
Hieruit concludeer ik dat in de controlegroep de commitment toeneemt significant is. Ik vind dit vreemd. Ik verwacht namelijk dat de verschillen tussen voor- en nameting bij de controlegroep niet significant van elkaar afwijken. Dat dus p>0,05.
Hoe moet ik die toename in de controlegroep nou interpreteren?
Alvast bedankt.
mvg, Ilse