Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

1 leuk 0 niet-leuks
Ik vind de ANCOVA van de casus cognitieve load lastig (thema 4.2 van Experimenteel onderzoek). Het is een mixed design ANOVA waaraan een covariaat wordt toegevoegd. Zoals in Field staat beschreven heb ik de "test of between subjects" gepakt om mijn antwoord op de baseren. De standaardantwoorden komen echter uit de "test of within subjects effects" en "test of within subjects contasts". Ik begrijp dat de voorkennis een "within subjects factor" is, maar de conditie is bij elke groep verschillend, dus voor een hoofdeffect wil je toch kijken naar de "between subjects" tabel en niet naar "factor* conditie" in de within subjectstabel? Alvast bedankt voor het beantwoorden!
in Experimenteel Onderzoek (OEO, PB04x2) door (160 punten)

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks

De kern van de vraag is om in te zien dat een ANCOVA geen losse soort toets is. Iedere ANOVA (factorieel, repeated measures, mixed design) verandert in een ANCOVA zodra een covariaat aan de predictoren wordt toegevoegd.

In Thema 4.2 wordt dit in de intro aangegeven met de tekst:

Herhaal de opdracht van thema 3, maar nu met de covariaatkennis.

In Field wordt een eenvoudige ANOVA behandeld waarin een covariaat wordt toegevoegd. Deze kennis kan gebruikt worden om de RM-ANOVA mee uit te voeren, die door toevoeging van de covariaat een RM-ANCOVA wordt.

door (63.5k punten)
Oké, dan stel ik mijn vraag nogmaals, maar dan voor de mixed ANOVA: wat lees je nou precies af in de "between subjects effects"-tabel en wat in de "within subjects effects" tabel?
Dat klinkt als een enorm brede vraag. Zou je deze (in een nieuwe vraag) concreter kunnen stellen? Wat weet je bijvoorbeeld al vanuit online college, en het boek van Andy Field? Waar vind je de uitleg onduidelijk?

Dus, wat heb je al geprobeerd, gezocht, en heb je een simpel voorbeeld dat illustreert waar je merkt dat je geen juiste interpretatie kunt geven van de twee typen tabellen?
Wat ik begrepen heb, is dat het van je hypothese afhangt in welke tabel je moet kijken, en dat je dus een van de twee tabellen soms kunt negeren als je hypothese daar niet om vraagt.

Voor de tentamencasus: als je kijkt naar het effect van conditie (between subjectsfactor) op de vetconsumptie over tijd, dan kijk je in de regel conditie*vetconsumptie in de within subjects tabel vanwege de repeteated measures. Zelfde geldt voor kleding*vetconsumptie, en voor het interactie-effect kijk je dan naar conditie*kleding*vetconsumptie  Klopt dat zo?

Als je wilt kijken naar het effect van conditie op de vetconsumptie uberhaupt (dus zonder het tijdsaspect erbij), dan kijk in je de between subjects tabel. Klopt dat zo? Welke waarde voor vetconsumptie gebruikt SPSS dan? Gooit ie dan alle waarden op 1 hoop, dus van de voor- en nameting?
Ik kan helaas niet teveel ingaan op de details van de vraag, omdat dit een tentamencasus betreft. Kort samengevat: als je bij within kijkt, dan vergelijk je de repeated measures (bijvoorbeeld tijdsmomenten: verschil over tijd?) en de interacties met between factoren geven dan aan in hoeverre het tijdseffect (wihtin-effect) parallel loopt, dus voor iedere groep hetzelfde is, ongeacht startpunt. Bij between middel je over de within-factor, en kijk je puur naar de globale verschillen tussen groepen op de between subject factors. Is er bijvoorbeeld een groep die 'altijd' hoger scoort dan een andere? Afhankelijk van het verhaal dat je bouwt in je resultatensectie kan je uit deze output je informatie halen
Ah, dit is behulpzaam, bedankt!
...