Mijn vraag betreft de eindopdracht bij de cursus experimenteel onderzoek: de supermarkt casus.
In het beoordelingsdocument staat: De statistische analyse voor de effectiviteit van de manipulaties zijn duidelijk beschreven voor de effectiviteit van de voorlichting en het het cross-over effect.
Ik neem aan dat met manipulaties hier de variabele 'conditie' en 'kleding' worden bedoeld. De effectiviteit van 'kleding' op 'geloofwaardigheid' heb ik getoetst doormiddel van een onafhankelijke T toets. Hier blijkt dat informele kleding een hogere geloofwaardigheidsscore krijgt dan formele kleding. (P=<.001)
Tot dusver oke,
Ik weet niet hoe ik de effectiviteit van de voorlichting moet verifieren anders dan deze te toetsen tegen de 2e vetmeting maar ik geloof niet dat dat de bedoeling is bij manipulatiechecks (dat zou hypothesetoetsing zijn)
Ik heb ook een factoriele anova gedraait om te controleren voor een crossover effect. kleding*conditie met geloofwaardigheid als AV. Ik krijg dan:
kleding significant (P=<.001)
Conditie niet significant (P=.225)
Kleding*Conditie significant (P=.045)
mijn vragen:
Betekend dit interactie effect ook een crossover effect en hoe interpreteer ik deze?
Hoe verifieer ik het effect van de variabele conditie? (dat conditie geen effect heeft op geloofwaardigheid zegt niks over de validiteit van deze variabele toch?)
Duizend maal dank voor diegene die mij enige duidelijkheid kan geven hier