Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
In vraag 80 van het eerste oefententamen wordt de vraag gesteld of de varianties in de groepen van de variantie analyses gelijk zijn volgens Levene's test.
Nu zie ik op de resultaten van de oefencasus staan dat de p waarde hiervan boven de 0.05 is, en dacht ik dat dit betekent dat de varianties ongelijk (heterogeen) zijn.
Toch zegt het antwoord echter dat de varianties waarschijnlijk gelijk zijn.
Kan iemand mij het antwoord hiervan uitleggen?
in Inleiding Onderzoek (OIO, PB02x2; was Inleiding Data Analyse, IDA) door (290 punten)

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks
Ik kan je proberen uitleg te geven, maar ik hoor het graag als ik het mis heb. In dit geval is de nulhypothese dat de varianties in de populatie gelijk zijn. Aangezien de p-waarde >.05 is wordt deze nulhypothese niet verworpen en mag je er dus vanuit gaan dat de varianties waarschijnlijk gelijk zijn.
door (270 punten)
Inderdaad. Met de Leven test wordt de aanname getoetst of de variantie tussen groepen gelijkwaardig is. Als de bijbehorende p-waarde bij deze toets kleiner is dan .05 dan betekent dit dat er een verschil zit in groepen en gaat de aanname dus niet op, is de p-waarde groter dan .05 dan betekent dit dat de groepen niet verschillen en wordt dus aan de aanname voldaan.
...