In vraag 80 van het eerste oefententamen wordt de vraag gesteld of de varianties in de groepen van de variantie analyses gelijk zijn volgens Levene's test.
Nu zie ik op de resultaten van de oefencasus staan dat de p waarde hiervan boven de 0.05 is, en dacht ik dat dit betekent dat de varianties ongelijk (heterogeen) zijn.
Toch zegt het antwoord echter dat de varianties waarschijnlijk gelijk zijn.
Kan iemand mij het antwoord hiervan uitleggen?