Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
Op bachelorweb staat bij de diverse onderwerpen een toelichting en ook al de onderzoeksvraag (of onderzoeksvragen). Is het de bedoeling een onderzoeksvraag over te nemen of is deze slechts als voorbeeld bedoeld en is het uitdrukkelijk NIET de bedoeling een dergelijke onderzoeksvraag te nemen?
Gesloten met het bericht: Geen inhoudelijke statistiekvraag, maar een specifieke vraag met betrekking tot procedure bachelorthesis.
in Anders door (4.1k punten)
gesloten door
Kun je iets meer context aan de vraag geven? Wat is bijvoorbeeld bachelorweb? En om welke cursus en opdracht gaat dit? Is er een citaat mogelijk van een relevante passage die in de opdracht staat en die voor verwarring zorgt?

Bachelorweb is de site op Youlearn waar wordt aangeven welk onderwerp van een bachelorthesis, wanneer door wie in het huidige studiejaar wordt gegeven, alsmede aanvullende informatie door de begeleider van de cursus.

Informatie bij de cursus:

(Het gaat om het geel gearceerde stuk)

“Faalangst in formatieve leeromgevingen in de bovenbouw basisonderwijs?

Begeleider: Dr. Dirk Hoek

Voordat u verder leest is het belangrijk dat u toegang heeft tot een basisschool waarbij u in de maanden mei/juni een uitgebreide vragenlijst kunt afnemen in de bovenbouw (groep 6, 7 en 8) van het basisonderwijs.

Gedurende een aantal jaren is er in bachelor thesissen een faalangst-vragenlijst ontwikkeld en gebruikt. De vragenlijst is een bewerking van de negatieve faalangstschaal van de Prestatie-Motivatie-Test voor Kinderen (PMT-K; Hermans, 1983), zodat deze bruikbaar is voor kinderen uit de bovenbouw van de basisonderwijs.

Een specifiek voorkomend sociaal-emotioneel probleem, dat veelal in het onderwijs tot uitdrukking komt, is faalangst. Faalangst wordt door Nieuwenbroek en Ter Beek (1999) omschreven als ‘een vorm van angst als toestand die kan optreden bij het leveren van (school)prestaties op cognitief, sociaal en/of motorisch gebied, waarbij de concentratie op een mogelijke mislukking de aanwezige kennis en vaardigheden blokkeert’ (p.18). Nieuwen-broek, Ruigrok, en De Vries (1996) onderscheiden drie soorten faalangst:(1) cognitieve faalangst, die te maken heeft met het leveren van een prestatie op leergebied, (2) motorische faalangst, de angst om fouten te maken bij het uitvoeren van lichamelijke handelingen, (3) sociale angst, de angst om op sociaal gedrag afgewezen te worden of negatief beoordeeld te worden binnen bepaalde situaties (bv. op school). Hermans, Bergen en Eijssen (1991) maken daarin nog onderscheid tussen positieve faalangst, waarbij de angst ervoor zorgt dat het resultaat van de prestatie positief is, en negatieve faalangst, waarbij de angst juist zorgt voor een negatief resultaat op de prestatie. De door Hermans (1983) ontwikkelde PMT-K, Prestatie-Motivatie-Test voor kinderen, maakt aansluitend hierop, naast de schalen voor prestatiemotief en sociale wenselijkheid, een onderscheid in de schalen negatieve en positieve faalangst.

                De motivatie van leerlingen voor een vak hangt samen met hoe het lesgeven wordt ervaren (Harlen & Crick, 2003). Motiverende leeromgevingen zijn leeromgevingen waar de nadruk ligt op het leerproces in tegenstelling tot de beoordeling. Onderwijs bezien vanuit een sociaal-constructivistische invalshoek stoelt op de aanname dat leerlingen het beste leren wanneer ze zelf en samen deel worden gemaakt van de kennisconstructie. De docent heeft in een sociaal-constructivistische leeromgeving meer de rol van ondersteuner van het leerproces, dan een rol als kennisoverdrager (Pat-El, Tillema, Segers, & Vedder, 2013). Regelmatige (informele) evaluaties kunnen als ijkpunten dienen voor zowel leerlingen, die informatie krijgen hoe ze zichzelf kunnen verbeteren, en voor leerkrachten, die inzicht krijgen waar aan gewerkt moet worden in volgende lessen. Wanneer deze evaluaties, informeel en regelmatig worden toegepast op deze wijze dan sluit dit aan bij een leerbenadering die Evalueren om te Leren (assessment for learning) wordt genoemd. Bij evalueren om te leren wordt benadrukt dat het richten op het leerproces vooral motiverend is zodra leerlingen duidelijk hebben wat de leerdoelen en beoordelingscriteria zijn en (zelfstandig) kunnen inzien wat ze nog moeten doen om die leerdoelen te bereiken (Pat-El, et al., 2013). Hoewel de afgelopen decennia vaak vastgesteld is dat extrinsieke vormen van motivatie vaak gepaard gaan met faalangst (Covington, 2000), en dat assessment for learning geassocieerd is met intrinsieke motivatie (Pat-El, Tillema, & Van Koppen, 2012), is nog weinig bekend in hoeverre formatieve onderwijstechnieken, zoals assessment for learning een middel kan zijn om faalangst te reduceren.

Doelstelling

Het doel van deze bachelorthesis is om om te toetsen wat de samenhang is tussen negatieve faalangst en de ervaren toepassing van assessment for learning.

Onderzoeksvragen:

In hoeverre is negatieve faalangst voorspellend voor monitoring en scaffolding?
Is de negatieve faalangstvragenlijst valide en betrouwbaar?
 

Referenties

Covington, M. V. (2000). Goal theory, motivation, and school achievement: An integrative review. Annual Review of Psychology, 51 , 171 - 200.

Harlen, W., & Crick, R. D. (2003). Testing and Motivation for Learning. Assessment in Education: Principles, Policy & Practice, 10 (2), 169 - 207.

Hermans, H. J. M. (1983). Handleiding Prestatie Motivatie Test voor kinderen. Amsterdam: Swets & Zeitlinger.

Hermans, H. J. M., Bergen, Th., & Eijssen, R. (1991). Motivatie op school. Minder faalangst. Meer verantwoordelijkheid. Lisse: Swets & Zeitlinger.

Nieuwenbroek, A., Ruigrok, J., & De Vries, J. (1996). Faalangst op school. Houten: EPN.

Nieuwenbroek, A. & Ter Beek, A. (1999). Faalangst aan de start. Handleiding voor de basisschool.’s-Hertogenbosch: KPC groep.

Pat-El, R. J., Tillema, H., Segers, M., & Vedder, P. (2013). Validation of Assessment for Learning questionnaires for teachers and students. British Journal of Educational Psychology, 83 (1), 98-113. DOI: 10.1111/j.2044-8279.2011.02057.x 

Pat-El, R. J., Tillema, H., Van Koppen, S. (2012). Effects of formative feedback on intrinsic motivation: Examining ethnic differences.Learning and Individual Differences, 22 (4), 449--454. DOI: 10.1016/j.lindif.2012.04.001

Nog verder lezen

Covington, M. V., & Omelich, C. L. (1987). Item difficulty and test performance among high-anxious and low-anxious students. In R. Schwarzer, H. M. Van der Ploeg & C. D. Spielberger (Eds.), Advances in test anxiety research, Vol. 5. (pp. 127-135). Berwyn, PA US: Swets North America.

Elksnin, L. K., & Elksnin, N. (2004). The social-emotional side of learning disabilities. Learning Disability Quarterly, 27(1), 3-8.

Hermans, H. J. M. (1983). Handleiding Prestatie Motivatie Test voor kinderen. Amsterdam: Swets & Zeitlinger.

Hermans, H. J. M., Bergen, Th., & Eijssen, R. (1991). Motivatie op school. Minder faalangst. Meer verantwoordelijkheid Lisse: Swets & Zeitlinger.

Martin, A. J., & Marsh, H. W. (2003). Fear of failure: Friend or foe? Australian Psychologist, 38(1), 31-38.

Methia, R. A. (2004). Help your child overcome test anxiety & archieve higher test scores. College Station, TX: Virtual Bookworm.com Publishing.

Nieuwenbroek, A., Ruigrok, J., & De Vries, J. (1996). Faalangst op school. Houten: EPN.

Nieuwenbroek, A. & Ter Beek, A. (1999). Faalangst aan de start. Handleiding voor de basisschool.’s-Hertogenbosch: KPC groep.

Nieuwenbroek, A., & Ruigrok, J. (2004). Overwin je faalangst. Kampen: Ten Have.

Nieuwenbroek, A, (2010). Faalangst en ouders. Esch: Quirijn.

Stevens, S. A. (2001). Test anxiety and beliefs about testing in college students with and without learning disabilities. Dissertation Abstracts International, 61(7-A), 2676.

Wigfield, A., & Eccles, J. S. (1989). Test Anxiety in Elementary and Secondary School Students. Educational Psychologist, 24(2), 159.

Whitaker Sena, J. D., Lowe, P. A., Lee, S. W. W. S. J. D., & Lee, S. W. (2007). Significant Predictors of Test Anxiety among Students with and without Learning Disabilities. Journal of Learning Disabilities, 40(4), 360-376.

Wren, D. G., & Benson, J. (2004). Measuring test anxiety in children: Scale development and internal construct validation. Anxiety, Stress, and Coping: An International Journal, 17(3), 227-240.

Zeidner, M. & Safir, M. P. (1989). Sex, ethnic, and social differences in testanxiety among Israeli adolescents. Journal of genetic Psychology, 150, 175-185.

Zeidner, M., & Schleyer, E. J. (1999). Test anxiety in intellectually gifted school students. Anxiety, Stress & Coping: An International Journal, 12(2), 163-189.

Zeidner, M. (2004). Test Anxiety. In S. Charles (Ed.), Encyclopedia of Applied Psychology (pp. 545-556). New York: Elsevier.”

Bij informatie bij een ander onderwerp op bachelorweb wordt wel aangegeven dat het gaat om mogelijke onderzoeksvragen maar hier dus niet, dat zorgt voor verwarring.

Je kunt denk ik het beste de begeleider mailen en deze vraag stellen. Volgens mij zijn er geen begeleiders die eisen stellen aan de onderzoeksvragen, maar hoeveel ruimte er is voor eigen invulling is in grote mate afhankelijk van de begrenzing die de dataverzameling oplevert. Alleen de begeleider kan aangeven wat de mogelijkheden zijn.

Moet het dan niet eerder zijn: “in hoeverre voorspellen monitoring en scaffolding negatieve faalangst?” i.p.v.:

In hoeverre is negatieve faalangst voorspellend voor monitoring en scaffolding?

onderzoeksvragen.ou.nl is voornamelijk bedoeld voor methodologische/statistische vragen. Cursusspecifieke vragen die verder weinig met methodologie te maken hebben kunnen het beste via de mail of via youlearn gesteld worden aan de betreffende docent of examinator.
...