Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks

Ik heb de casus afgerond en heb een paar vragen betreffende de gegeven oplossingen:

Vraag 1: verwijderd.

Vraag 14:  Ik kom toch op iets andere conclusies op basis van de pairwise comparisons. Waarom is hier geen gebruik van gemaakt? Mijn conclusies waren: Er was een significante interactie tussen leeftijd en de aard van de voorlichting, F(2, 102) = 5.67, p =.005, , partial η2 = .10. Dit effect is een indicatie daarvoor dat het effect van voorlichting beïnvloed is door de factor leeftijd. Uit een paarwijze vergelijking wordt duidelijk dat in de jongere leeftijdsgroep het verschil tussen controleconditie en digitale folder zorgt voor een significante stijging van het aantal keren sporten (p < .001), maar dat dit niet het geval is voor het verschil tussen de digitale folderconditie en persoonlijk advies (p = .494). In de oudere leeftijdsgroep is het verschil tussen controleconditie en digitale folder niet significant van invloed op het aantal keren sporten (p = .362), maar is er wel een significant verschil tussen digitale folderconditie en persoonlijk advies in het aantal keren sporten (p < .001).

Graag ontvang ik hierop een antwoord. Alvast bedankt!

in Experimenteel Onderzoek (OEO, PB04x2) door (380 punten)
bewerkt door

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks
Je eerste vraag snap ik niet; zou je die in een aparte vraag opnieuw kunnen stellen met iets meer info; zoals wat de vraag in de opdracht precies is; de terugkoppling die gegeven wordt (de relevante als de terugkoppeling lang is), en waarom je denkt dat de terugkoppeling niet klopt.

Hoe heb je bij vraag 14 de paarsgewijze vergelijking uitgevoerd? Als dit simple effects zijn, dus output gesplitst naar voorlichtingsgroepen, en per voorlichtingsgroep een t-test tussen leeftijdsgroepen, dan klopt waarschijnlijk je antwoord, en is het een beter antwoord dan nu op youlearn staat.
door (63.5k punten)

Dankjewel voor je reactie.

De eerste vraag stel ik apart.

Wat betreft vraag 14: De vraag was: Rapporteer het interactie-effect tussen de variabelen leeftijd en voorlichting in APA-stijl. Ik heb inderdaad een paarsgewijze vergelijking uitgevoerd met simple effects. Daarbij heb ik gebruik gemaakt van de syntax uit de SPSS tip 14.1 op blz. 632 van Field:

GLM sportscore2 BY voorlichting leeftijd
 /EMMEANS=TABLES(voorlichting*leeftijd) COMPARE(voorlichting).

Dit met het doel te kijken naar de interactie effecten tussen leeftijd en voorlichting.

Is dit (ook) een goede manier om de interactie effecten te berekenen?

De output ziet er zo uit:

De terugkoppeling op de vraag was als volgt:

Er was een significant interactie-effect tussen voorlichting en leeftijd, F(2,102) = 5.67, p = .005, partial η2 = .10. Hoewel jonge werknemers over het geheel genomen vaker sporten dan oudere werknemers, is het effect van voorlichting deels leeftijdsafhankelijk. De digitale folder is iets minder effectief voor ouderen dan dat persoonlijke voorlichting dat is, terwijl deze voor jongeren bijna even effectief lijkt als persoonlijke voorlichting. 

Ja hoor; heel netjes. Al is je post-hoc benadering wel erg conservatief; je corrigeert je alfa nameljik ook voor de vergelijkingen die je niet gebruikt. Maar aan de andere kant: zo filter je wel triviale interactie-elementen uit je conclusies
Oké bedankt voor het antwoord!
...