Vraag 1
Studietaak 4.2, opdracht 4.2.1
Bij hypothese 1.5 is het aantal groepen 2 i.p.v. 1, te weten ‘voor- en nameting’, i.p.v. alle studenten die een cursus doen.
Maar het blijft toch dezelfde groep, even groot, met waarschijnlijk een ander gemiddelde?
Bij 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.6 vindt ook een voor- en een nameting plaats, maar daar is toch ook niet sprake van 4 (2x2) groepen (wel 2 verschillende groepen natuurlijk)?