"Als onderzoekers bijvoorbeeld vermoeden dat de daadwerkelijke populatiecorrelatie .3 is (een middelsterk verband, zie studietaak 4.2), dan is een steekproef van 85 deelnemers voldoende om 80% kans te maken de nulhypothese te verwerpen, terwijl er 112 deelnemers nodig zijn om 90% kans te maken (dan is er nog 10% kans op een type 2-fout), en 138 deelnemers om de kans op een type 2-fout gelijk te maken aan de kans op een type 1-fout (5%)."
Kan er worden toegelicht hoe er aan de getallen van de deelnemers en percentages is gekomen? Vanwaar zijn er 85 deelnemers nodig om 80% kans te maken om de nulhypothese te verwerpen?
Alvast bedankt.