Ik vraag me af of dit antwoord iets verduidelijkt.
@ M Verduijn. In Oefententamen 2, vraag10 is de stelling:
10.1 Alles dat varieert is een variabele.
a juist
b onjuist
Het juiste antwoord hier is volgens het antwoordblad A: juist, dus conform youlearn 1.4.
Echter in oefententamen 1:10 is de stelling:
10.1 Een variabele is iets dat altijd varieert.
a onjuist
b juist
Het antwoord hier is volgens het antwoordblad: A, onjuist. Dit omdat een variabele niet hoeft te varieren. Zie de 1e zin van de definitie van variabele in de woordenlijst: Variabele: Een variabele is iets dat kan variëren.