Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
bij opdracht 1: Waarom kies je als resultaat de Welch's F en niet de 'gewone'F?

Alvast bedankt!
in Experimenteel Onderzoek (OEO, PB04x2) door (140 punten)
bewerkt door
Zou je de vraag kunnen verdelen over drie lossen vragen? Dat helpt andere studenten later bij het terugzoeken van de vragen. Zou je ook iets meer info per vraag kunnen geven, zoals waarop je vastloopt, wat je al geprobeerd hebt of opgezocht hebt, en een concreet citaat of toelichting van een relevant stuk van de opdracht en/of terugkoppeling?
Ik heb de andere vragen eruitgehaald nu.

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks

Volgens Field moet er altijd uitgegaan worden van ongelijke varianties. Hoewel er in de cursus iets minder op gehamerd wordt dat dit ook bij ANOVA's gebeurt zijn bij de eenvoudigere ANOVA's (zoals one-way en een simpele ANCOVA) in SPSS nog opties om met ongelijke varianties tussen groepen om te gaan. Grofweg zijn er twee situaties die invloed hebben op de keuze voor een Welch correctie op de F-waarde of een Brown-Forsythe:

  • Bij normaal verdeelde data en de grootste variantie in de kleinste groep: Welch
  • Bij scheve data en/of de grootste variantie in de grootste groep: Brown-Forsythe.

Over het algemeen wordt er pas een probleem gemaakt over de grote van de ene variantie over de ander als de variantie 3x groter is in een groep dan de andere.

Dit zijn vuistregels. In het antwoord van gjp op een vergelijkbare vraag geeft hij correct aan dat in de praktijk meestal de normale ANOVA wordt gerund, in combinatie met Welch en Brown-Forsythe. Het helpt om te snappen waarom de alternatieven bestaan, maar het is ook belangrijk om te weten dat als je resultaten enorm afhangen van of je wel of niet corrigeert dat dit veel informatie geeft over de stabiliteit (en dus ook replicabiliteit) van je model. In de praktijk worden de vuistregels dus meer gezien als een wijze om te snappen waarom de methoden verschillende uitkomsten kunnen opleveren en eventueel te kiezen voor de meest robuuste statistiek. Vervolgens wordt meestal dan wel in een verslag duidelijk gemaakt of uitkomsten tussen methoden verschilden.

door (63.5k punten)
...