Een studie wordt altijd uitgevoerd met een bepaald doel. Als het goed is, betreft dit doel de 'echte wereld': een studie helpt bijvoorbeeld met het oplossen van een probleem of het verbeteren van een situatie. Om dat doel te bereiken, is het nodig om een aantal vragen te beantwoorden. Een studie heeft maar een beperkte omvang, en kan dus maar één of meerdere van dergelijke vragen behandelen. Het beantwoorden van zo'n vraag vereist vaak het beantwoorden van een aantal kleinere vragen. De antwoorden op die kleinere vragen kunnen dan worden geïntegreerd om de grotere vragen te beantwoorden, en die antwoorden dragen dan weer bij tot het behalen van het doel.
Dit doel betreft de doelstelling (of probleemstelling). Idealiter geeft een doelstelling/probleemstelling dus aan aan welk probleem wordt gewerkt met een studie. Wetenschappelijk onderzoek wordt immers uitgevoerd met gemeenschapsgeld, en het is daarom nodig deze besteding te rechtvaardigen. Dit wordt expliciet gedaan in de doelstelling.
Om een doelstelling te bereiken, moeten vaak een aantal vragen worden beantwoord. De vraag of vragen waarop een antwoord wordt gezocht in de betreffende studie zijn de onderzoeksvragen. Deze hebben dus vaak een vrij algemene, brede aard; maar niet zo algemeen dat er meerdere studies nodig zijn om ze te beantwoorden.
Omdat onderzoekvragen zo'n algemene, brede aard hebben, zijn ze meestal onvoldoende specifiek om bruikbare richtlijnen te bieden bij het ontwerpen van een studie. Hiervoor moeten ze worden opgedeeld in specifiekere, engere vragen. Dit zijn de deelvragen.
Een doelstelling betreft dus de aanleiding voor de studie; een onderzoeksvraag de manier waarop die aanleiding wordt ingevuld in de huidige studie (geformuleerd als de vraag waarop een antwoord gezocht zal worden); en een deelvraag is een specifieke 'sub-onderzoeksvraag' waarvan de beantwoording uiteindelijk zal leiden tot een antwoord op de onderzoeksvraag, en daarmee bijdraagt tot het bereiken van de doelstelling.
Een doelstelling en onderzoeksvraag zijn in het Nederlands met het volgende 'truukje' te combineren:
"Teneinde [doelstelling] wordt onderzocht [onderzoeksvraag]."
Natuurlijk wordt de onderzoeksvraag in deze zin niet geformuleerd als vraag; er wordt immers uitgelegd wat wordt onderzocht, en geen vraag gesteld. In deze formulering start de onderzoeksvraag altijd met een woord als wat/waarom/hoe. Bij kwalitatief onderzoek kunnen in principe geen verbanden worden onderzocht; vaak zal de onderzoekvraag iets zijn als 'wat de redenen zijn van [doelgroep/populatie] om [gedrag], of 'hoe [doelgroep/populatie] zich voelt bij [situatie/ontwikkeling]' of iets dergelijks.
Zie voor voorbeelden http://oupsy.nl/help/878/probleemstellingen-onderzoeksvragen-deelvragen-correct