Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook even verward was door 'vanwege de correctie voor Sphericity', maar het klopt formeel.
Het effect van de interventie is significant (p = .044) wanneer er niet voor sphericiteitschending wordt gecorrigeerd. Door de significante epsilon, en dat de GG epsilon > .75, moet er een Huyn-Feldt correctie gedaan worden. Na deze correctie is het effect van de interventie niet meer significant (p = .055).
Statistisch bezien klopt dat het de correctie op de vrijheidsgraden is die leidt tot een 'verlies' van significantie. Er kan dan inderdaad niet geconcludeerd worden of de interventie effectief is. Of dit in de werkelijke wereld ook de directe causatie is valt natuurlijk te betwisten ;)
Belangrijk is ook om te snappen waarom er niet geconcludeerd kan worden dat de interventie niet effectief is. Dit komt omdat de nullhypothesetoetsing daar niet voor toetst. Het niet-effectief zijn is hier de nulhypothese en wordt aangenomen als 'waar' voor alle berekeningen, zoals de p-waarde. De nulhypothesetoets geeft nooit informatie over de waarheid van de nulhypothese. (Baysiaanse statistiek nuanceert deze stelling wellicht, maar vanuit een frequentistisch raamwerk is er geen nuance mogelijk).