Ik zal even wat uitgebreider reageren omdat deze vraag nuttig kan zijn voor studenten die met de eindopdracht bezig zijn.
In een cross-sectionele studie kun je geen onderzoeksvragen beantwoorden over twee dingen:
- Causaliteit, dus het effect, of invloed, van de ene variabele op de andere;
- Tijd, dus processen die zich over tijd ontplooien
Onderzoekvragen moeten zich dus beperken tot:
- De aard van constructen (wat maakt onderdeel uit van wat, wat overlapt met wat)
- Samenhang tussen constructen, waarbij een verband niet impliceert dat de constructen elkaar kunnen beinvloedden
In jouw voorbeelden is de eerste in principe, conceptueel, prima. Maar:
- Het is nog een beetje vaag wat met 'de gehanteerde vorm van emotieregulatie' wordt bedoeld; dit leest in eerste instantie alsof elke deelnemers een type emotieregulatie hanteert, terwijl dit meestal continue variabelen zijn. In dat geval zou je dus meerdere afhankelijke variabelen hebben, bijvoorbeeld 1) het verband tussen commmunicatie en herwaardering; 2) tussen communicatie en onderdrukking; 3) tussen vertrouwen en herwaardering; 4) tussen vertrouwen en onderdrukking; etc etc. Of worden de dimensies van emotieregulering geaggregeerd, en zoja, 1) hoe dan, en 2) hoe betreft dat aggregaat dan 'de gehanteerde vorm van emotieregulatie'?
- De tweede onderzoeksvraag is heel vaag. Hoe zou je dat analyseren? Wat bedoel je precies met 'rol'? Dit kan makkelijk worden geinterpreteerd als oorzakelijk; e.g. dat de hechting invloed heeft op emotieregulatie, en dat die invloed anders verloopt als het gaat om hechting met de moeder dan bij hechting met de vader. Dat kun je niet beantwoorden met cross-sectioneel onderzoek, dus het is belangrijk dit goed uit te werken zodat je helder hebt wat je wil onderzoeken.
Een tip is om je onderzoeksvraag alvast te linken aan de analyses die je wil doen om die te beantwoorden.
Als je niet voor jezelf helder kunt krijgen wat voor analyse je precies zou doen, en niet alvast een beeld hebt van hoe de mogelijke uitkomsten van die analyse de basis vormen voor het antwoord op je onderzoeksvraag, dan is dat een teken dat het geen goede onderzoeksvraag is (of dat je de analyses nog niet goed snapt, dat kan ook natuurlijk).
Zorg dus dat je de onderzoeksvraag en je analyseplan overeenstemmen (zie ook Studietaak 6.1, waar je bij dit proces wordt begeleid in de eindopdracht).
Tot slot nog een algemene tip: hou het simpel. Bij wetenschappelijk onderzoek is het verleidelijk om allerlei onderzoeksvragen te willen beantwoorden, maar het gedegen onderbouwen van 1 onderzoeksvraag is al best lastig, dus wees heel terughoudend met het toevoegen van onderzoeksvragen.