Je kunt sowieso geen oneway anova doen, want je hebt geen categorische variabelen. Alle zeven variabelen zijn interval, en bij een oneway anova is de factor, waarmee je de groepen maakt om de within en between groups variance uit te rekenen, categorisch (ordinaal of nominaal), met een beperkt aantal verschillende meetwaarden (want elke groep moet genoeg deelnemers hebben om de standaardfout in die groep te bepalen).
Bovendien zijn er twee redenen om variabelen (zoals items, of al ge-aggregeerde variabelen zoals in jouw geval) te aggregeren.
De eerste, meest bekende, is omdat de variabelen herhaalde metingen betreffen van hetzelfde construct/variabele. In dat geval aggregeer je om de betrouwbaarheid te verhogen, en heet het aggregaat een 'schaal'. Een voorbeeld is de items binnen extraversie; deze meten allemaal extraversie, en door ze te middelen verklein je de meetfout. Dit is in jouw geval niet aan de orde; de big five variabelen meten niet hetzelfde, maar zijn juist ontstaan omdat ze grotendeels onafhankelijke variabelen meten.
De tweede, minder bekende, is omdat de variabelen verschillende constructen/variabelen meten die functioneel hetzelfde of vergelijkbaar zijn. In dit geval aggregeer je om een soort 'gemiddelde' van die functioneel vergelijkbare variabelen te krijgen, en heet het aggregaat een 'index'. Een voorbeeld zijn zogenaamde 'perceived norm' items, zoals de drie vragen "sport je partner of beste vriend(in)?", "sporten je vrienden?" en "sport je familie" (even los van alle fouten in deze items). Deze drie vragen meten niet hetzelfde construct, maar middeling is desondanks zinvol omdat je zo een indruk krijgt van de waargenomen norm die iemand heeft met betrekking tot sporten; het sportgedrag van de drie groepen mensen is immers functioneel hetzelfde. Dit is in jouw geval echter ook niet aan de orde.
Er zijn dus twee redenen om niet te aggregeren. Ten eerste is het theoretisch/methodologisch volstrekt onverdedigbaar. Ten tweede kun je sowieso geen anova doen want je hebt geen categorische variabelen.
Dat gezegd hebbende: en dit moet je dus niet doen: je middelt variabelen in SPSS met COMPUTE:
COMPUTE variabeleDieJeNietUitMoetRekenen = MEAN(openness, conscientiousness, extraversion, agreeableness, neuroticism).
(er even vanuit gaande dat dat je vijf variabelenamen zijn)