Als het gaat om verdelingen zijn er, net zoals met veel dingen in de statistiek, geen absolute regels wanneer iets nu wel of niet afwijkt, dus we kunnen ook niet bij elk voorbeeld met zekerheid zeggen dat iets normaal verdeeld is of niet. Meestal vinden we het goed genoeg als het bij benadering normaal verdeeld is. Er zijn verschillende vuistregels die je daarvoor kunt gebruiken, een daarvan is inderdaad dat de waarden tussen de -1 en 1 liggen, maar er zijn ook ruimere vuistregels die statistici en onderzoeker gebruiken.
Dus in het voorbeeld waarbij Statken1 een waarde heeft van -0.611, kun je EN stellen dat dit dus (enigszins) linksscheef is EN dat dit echter bij benadering nog steeds normaal verdeeld is (want het is slechts een kleine afwijking).
Er zijn veel verschillende formules in gebruik om tot met een toets uit te kunnen rekenen of een waarde nu wel of niet te veel afwijkt om te spreken van een normale verdeling. Ook dat geeft geen absoluut antwoord, het helpt je alleen om - samen met de andere gegevens die je hebt over de verdeling - tot een onderbouwde conclusie te komen over de verdeling van je variabele.
De meeste software pakketten bevatten ook berekeningen hiervoor, het is dus eigenlijk niet nodig dit met de hand uit te rekenen. Als je dit echter wel doet, zoals jij gedaan hebt, dan zijn beide antwoorden die je gevonden hebt een optie, alleen het eerste conservatiever dan het tweede. Sowieso zijn dit soort berekeningen vrij streng, aangezien we in het begin al geconcludeerd hadden dat een afwijking van 0.6 maar heel klein is.