Ik zou het misschien verfijnen: het stelsel van nul-hypothesetoetsing zouden we moeten opschorten. Het systeem is er eigenlijk niet bedoeld voor de wijze waarop we het gebruiken. Het is wat je beschrijft: je schat een parameter met een bepaalde marge van onzekerheid. Normaliter zijn we dus benieuwd naar de waarden binnen dat interval. Bij nulhypothesetoetsing zoeken we ineens naar waarden buiten dat interval (althans, we toetsen formeel wel tegen de nulhypothese, maar we stellen hypothesen op voor erbuiten).
Over het trekken van conclusies denk ik iets anders. Ik denk dat het stelsel van hypothesetoetsing niet impliceert dat er op basis van een studie conclusies kunnen worden getrokken. Het is een kansmodel, waar een uitkomst als waarschijnlijk of onwaarschijnlijk wordt geduid uitgaande van de nulhypothese. De 'conclusie' van het confidence interval wordt gestoeld op aannames over eindeloos herhaalde experimenten. Formeel zou ik dan stellen dat hypothesetoetsing dan juist uitnodigd tot het herhalen van experimenten.
Ik ben het met je impliciete stelling eens dat significantietoetsing door te weinig mensen zo gezien wordt, en dat het huidige gebruik ervan eigenlijk de sociale wetenschap van verder gebruik diskwalificeert. Deze discussie doet me eigenlijk sterk denken aan een, inmiddels oud, artikel van Hunter (1997) met de titel: Needed: A ban on the significance test. Ik zou het weer eens moeten opzoeken. Ik weet alleen niet meer of het Hunter was die ooit schreef: "We need statistical thinking, not statistical rituals".