Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
Op Youtube (https://youtu.be/OX-8a0hY2-M?list=PL8RNX-1sFc_HjWJd-VbivPelufgzR_0s8&t=1499) vertelt Gjalt-Jorn vanaf 25:00 over de eigenschappen van netwerkmeetmodellen. Hoewel het verder niet ter sprake komt, wordt als laatste bullet genoemd "Aggregeren".

In OpenMens lees ik op p. 65 (pdf versie) "Als een netwerk-meetmodel wordt gebruikt wordt er meestal niets geaggregeerd: in plaats daarvan wordt juist vaak naar de netwerken gekeken".

Is bij netwerkmodellen aggregatie nu wel of niet gangbaar?
in Cross-sectioneel Onderzoek (OCO, PB08x2) door (960 punten)
bewerkt door

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks

Dit is een goede vraag, die eigenlijk iets verder gaat dan de stof. Ik zal dit hier uitleggen, maar als dit moeilijk te volgen is, dan is dat niet erg.

Netwerkmeetmodellen zijn gebaseerd op een fundamenteel ander ontologisch model van de betreffende constructen. In dat ontologische perspectief zijn constructen

  1. geen min of meer modulair te onderscheiden "psychologische variabelen" of "processen" die aanwijsbaar causaal verantwoordelijk zijn voor de scores op de indicatoren (een reflectief meetmodel);
  2. en ook niet iets dat slechts wordt samengesteld uit een bepaalde combinatie van scores op indicatoren die verder niet noodzakelijk samenhang vertonen (een formatief meetmodel),
  3. maar representeren een emergent fenomeen dat zich manifesteert in de scores op die indicatoren, en waarbij er causale relaties tussen datgene dat de indicatoren (items) meten worden verondersteld, op zo'n manier dat het betreffende netwerk als geheel zinnig kan worden beschouwd als indicatief voor het onderliggende construct (wel, het netwerk is het onderliggende construct).
Deze meetmodellen zijn vooral gangbaar in klinische psychologie, waarbij de items symptomen meten, maar ze zijn ook al toegepast op bijvoorbeeld attitudes.
Of je zinvol kunt aggregeren hangt vervolgens af van wat je wil zeggen. Als je een duidelijk begrip hebt van het netwerk (van alle relevante 'nodes', zoals die heten), dan kun je een zinnig model voor aggregatief specificeren. Je kunt bijvoorbeeld stellen dat je de scores weegt afhankelijk van hoe centraal de bijbehorende items in het netwerk staan; maar idealiter heb je een theorie waaruit je kunt afleiden hoe je de scores zou moeten combineren om tot een zinnige representatie van het betreffende construct te komen. Echter, die theorie ontbreekt bij reflectieve psychologische constructen meestal: daarom wordt vaak gemiddeld of worden er somscores berekend, omdat er geen theoretische onderbouwing is voor een gegeven aggregatie, en somscoring of middeling is gangbaar en wordt dus als een soort veilige 'default' gezien. Gegeven dat die theorie bij reflectieve constructen vaak ontbreekt, kan ik me voorstellen dat dat ook het geval is als netwerkmeetmodellen worden gehanteerd. Het wordt dan lastig te rechtvaardigen hoe je aggregeert. Ik vermoed ook dat er onderzoekers zijn die netwerkmeetmodellen gebruiken die zich op het standpunt stellen dat aggregatie inconsistent is met het onderliggende ontologische perspectief: als je immers stelt dat het construct niet als min of meer 'modulaire' psychologische entiteit bestaat, wat representeert de geaggregeerde score dan precies? Een vervolgvraag kan dan zijn waarom je zou willen aggregeren. Dat het gangbaar is, maakt het immers niet noodzakelijk goed of correct, en als je netwerkanalyses doet, is aggregatie niet nodig of per se praktisch.
Kortom: afhankelijk van je perspectief kan aggregatie wel of niet zinvol zijn; en hoe dan ook zul je een onderbouwing voor de aggregatie die je toepast moeten hebben.
door (77.8k punten)
...