Vraag 23 van het tweede oefententamen is als volgt:
De Levene's test was niet significant, F (2,1311) = 1,9, p =,16.De groepen verschilden niet significant van elkaar, F(2,1311) = 1,2, p = .30, partial eta-squared = .00,2. De Kolmogorov-Smirnov test was voor de 'geen-studie' groep significant (p <.001), maar niet voor de overige twee groepen (groep tekst p = .13, groep video p = .53).
A. De assumptie van normaal verdeelde residuen is geschonden.
B. Het is altijd zinvol om ervan uit te gaan dat varianties tussen groepen hetzelfde zijn, ondanks dat deze hier toevallig al niet significant verschillen.
Ik begrijp dat B onjuist is omdat het tegenovergestelde juist is (altijd zinvol om ervanuit te gaan dat varianties tussen groepen verschillen), maar ik begrijp niet waarom A juist is op basis van de informatie.