Dat geldt op de schaal waarop wordt gemeten (i.e. dat 0 0 is), maar die 0 correspondeert niet met een echt nulpunt. Het heeft alleen betekenis binnen de schaalverdeling die voor het meetinstrument is gekozen.
Stel je bijvoorbeeld voor dat ik een meetinstrument maak voor statistiekkennis, en ik gebruik de volgende twee vragen:
- Een p-waarde geeft aan hoe groot de kans is dat de nulhypothese waar is. [ juist | onjuist ]
- Een 95% betrouwbaarheidsinterval is het interval waar met 95% zekerheid de populatiewaarde in ligt. [ juist | onjuist ]
Het vetgedrukte antwoord is het goede antwoord, en we coderen deze twee vragen met 0 (als het foute antwoord wordt gegeven) en 1 (als het goede antwoord wordt gegeven), waarbij we het aggregaat (i.e. de 'totaalscore') definieren als de optelsom van de scores op de items.
Er zijn drie personen: Alex, Bobbie, en Charlie. Alex heeft beide vragen fout; Bobbie heeft er een goed; en Charlie heeft beide vragen goed.
Kun je nu stellen dat Charlie twee keer zoveel statistiekkennis heeft als Alex?
Nee - omdat dit meetinstrument niet mapt op een onderliggende schaal waarbij de 0 in het meetinstrument overeenkomt met de 0 van de schaal. Dat is met bijvoorbeeld gewicht wel zo: de 0 op een weegschaal correspondeert ook met een afwezigheid van massa. Bij dit meetinstrument correspondeert een meting van 0 niet met een afwezigheid van statistiekkennis, en een maximale score correspondeert niet met de maximaal mogelijke statistiekkennis.
Alle drie weten ze immers wellicht hoe je het gemiddelde en de standaarddeviatie berekent - hun statistiekkennis kan dus al hoger zijn dan 0 zonder dat dit meetinstrument dat kan meten.
De getallen die we in dit meetinstrument gebruiken kennen we zelf toe, maar zonder dat die zij gecalibreerd met een onderliggende, 'echt bestaande' dimensie (zoals een soort 'objectieve statistiekkennis' die we met een 'statistiekkennismeter' zouden kunnen meten). Om die reden hebben de 0, 1, en 2 niet "absoluut nulpunt", "1 eenheid" en "2 eenheden". Het had ook 10, 11, en 12 kunnen zijn. Of 1000, 2000, en 3000. Voor onder analyses had dat niet uitgemaakt.