Hoi Natascha, dank je wel! Dit antwoord helpt enorm, en ook de antwoorden in de link die je gaf. ik begin het te vatten. De steekproevenverdeling zegt dus in feite niet zoveel over de populatie, maar meer over hoe betrouwbaar de waarden van een gegeven steekproef kunnen worden opgevat, heb ik dat zo goed begrepen? Dus een niet normaal verdeelde steekproef, die daarmee representatief is voor de populatie, kan vervolgens wel een steekproevenverdeling opleveren die normaal verdeeld is, en hoe normaal verdeeld deze steekproevenverdeling is, laat zien hoe betrouwbaar de waardes uit je steekproef zijn. Klopt dit?
Een laatste vraag: kan er een steekproevenverdeling gemaakt worden vanuit slechts één steekproef? Of heb je daar meerdere steekproeven voor nodig? Wat herhaal je precies eindeloos om tot een steekproevenverdeling te komen? Is dat die ene steekproef met dezelfde populatie, of maakt het gebruik van 'fictieve' steekproeven, dus ook waardes die niet in je steekproef zijn opgenomen? (want je hebt niet altijd kennis over de populatie buiten je steekproef).
Als bovenstaande vraag voor nu niet relevant is om beantwoord te krijgen, omdat dit deze cursus overstijgt, dan hoor ik dat graag, en leg ik het naast me neer. Maar mocht dit wel belangrijk zijn voor het begrijpen van de stof om het tentamen te halen, dan hoor ik het natuurlijk ook graag :)
Nogmaals hartelijk bedankt voor het beantwoorden van mijn vraag!
Jeske