Items spiegelen is eigenlijk een beetje achterhaald, maar wordt nog steeds gedaan in de (ijdele) hoop een response-bias te breken. Of te herkennen.
Het idee was dat als items altijd in één richting gesteld worden, bijvoorbeeld een hoge score is altijd een positief antwoord, dan is de vrees dat men blind hoge scores blijft invullen. Door items te spiegelen is het de bedoeling dit patroon te breken, dus de invuller tot oplettendheid dwingen.
Er zijn onbedoeld problemen die geintroduceerd worden met spiegelen. Met name dat gespiegelde items vaak constructvaliditeit missen (het gespiegelde is niet echt een spiegeling, maar een ander construct). Dit kan leiden tot gecorreleerde meetfout, of dat een unidimensionaal construct meerdimensionaal wordt.
De Rosenberg Self-Esteem scale is een voorbeeld van zo'n probleem. Tien vragen meten globaal self-esteem (eigenwaarde). Vijf daarvan positief gesteld, vijf negatief. In een analyse die de dimensionaliteit kan zoeken van een vragenlijst komen steevast twee dimensies: negatief self-esteem en postief self-esteem. De correlaties tussen negatieve en positieve items zijn voldoende laag om een lage betrouwbaarheid van de schaal op te leveren.
Pas na complexe statistische controle [1][2]voor deze meetfout kunnen de gespiegelde en niet-gespiegelde items in de Rosenberg Self-Esteem Scale als een enkele schaal betrouwbaar gebruikt worden.
Dus, spiegeling zou response bias moeten helpen voorkomen. Dit wordt betwijfelt de laatste jaren en het gebruik ervan introduceert soms problemen die eventueel deels met behulp van bepaalde statistische technieken opgelost kunnen worden