Als je onderzoek doet trek je een steekproef en daarmee wil je uitspraken doen over de populatie. Een deel van je resultaten zegt iets over je steekproef en een deel zegt iets over de populatie. Hoe groot de hellingscoefficent is bijv. zegt iets over de bevindingen in de steekproef; de p-waarde zegt iets over de waarschijnlijkheid dat er een effect in de populatie aanwezig is. In dit geval kun je dus aan de getallen zien dat er in de steekproef een klein effect is, echter is het onwaarschijnlijk dat deze in de populatie aanwezig is.