'We weten niet uit welke steekproevenverdelingen deze twee correlaties komen. Als deze namelijk bekend zouden zijn geweest, hadden we de populatiewaarden van deze correlaties gekend en hadden we deze niet uit onze steekproef hoeven te berekenen.'
Wat bedoelen de auteurs hier? Welke steekproevenverdelingen... wat zijn dan de opties? Bijvoorbeeld de theoretische of een bestaande, uitgerekende nulhypothesensteekproevenverdeling die geldt voor de steekproeven uit een populatie waarin de nulhypothese waar is, of niet?
Het laatste snap ik ook niet. Van een gemiddelde, weet je ook uit welke steekproevenverdeling die komt, namelijk van die van het gemiddelde voor steekproeven met die omvang. Maar daarmee weet je niet gelijk iets over de populatiewaarde, hooguit binnen welk interval die valt. Kan iemand dit uitleggen?