Bij een onafhankelijke t-test is er maar een soort vrijheidsgraden die je berekent als het aantal groepen - 1. Dit i.t.t. tot anova waar twee soorten vrijheidsgraden zijn. Dezelfde aantal groepen -1 als ook het aantal deelnemers - het aantal groepen.
Je moet alle tests kennen, in die zin dat je moet weten hoe ze in elkaar zitten, waarom ze gebruikt worden en hoe je de analyses moet interpreteren. Als je naar de oefententamens kijkt kun je een idee krijgen over hoe specifiek je iets moet weten.