Deze vraag betreft de hoofdstuk-indelings-logica van het OpenMenS-boek.
Volgens vraag 1.1.1.6 in Brightspace worden er 3 verschillende manier van "experimentele controle" beschreven in OpenMenS.
- Blok-ontwerp - beschreven in 6.3.4
- Precisie-controle - beschreven in 6.3.5 onder matching
- Globale controle - beschreven in 6.3.5 onder matching
Tegelijkertijd wordt de term "experimentele controle" uitgelegd in hoofdstuk 6.3.3.1. Een expliciet gecreëerd en uniek sub-hoofdstuk van 6.3.3 "gedeeltelijk randomiseren".
* Ik snap niet wat 6.3.3.1 doet onder 6.3.3.
In mijn ervaring is experimentele controle op geen enkele manier een vorm van gedeeltelijke randomisatie en wordt er vaak ook experimentele controle uitgevoerd in volledig gerandomiseerde studies (in mijn ervaring zelfs quasi altijd, maar kom, mijn ervaring is beperkt).
* Binnen diezelfde onlogica snap ik ook niet wat 6.3.5.1 Homogeniseren naast "matching" staat te doen en er niet voor gekozen is om dat dan 6.3.6 te noemen.
Het is bijna een geluk te noemen dat in Brightspace de vraag expliciet gesteld wordt, want anders was de link tussen de termen/paragrafen mij eerlijk gezegd geheel ontgaan. En dat vooral om dat sub-paragraaf 6.3.3.1 niet doet vermoeden dat deze term zo belangrijk is dat deze in de komende 2 paragrafen verder uitgewerkt zal worden.