Goedemorgen,
Vanuit de oefententamens heb ik een vraag, deze uitleg is wegvallen in het bestand waar de oefententamens worden uitgelegd.
16.2-v1 Een onderzoeker heeft vijf psychologische constructen gemeten: vier voorspellers en een criterium. Ze berekent de correlatiematrix en produceert een scattermatrix. Ze ziet dat alle verbanden lineair zijn en dat alle vijf de variabelen met elkaar correleren. Ze voert een lineaire regressieanalyse uit met de vier voorspellers. Alle vier de voorspellers hebben een significante regressiecoëfficiënt, en de proportie verklaarde variantie is dan ook significant.
Wat kan hieruit worden afgeleid?
a. De multipele correlatie is hoger dan de hoogste correlatie van de sterkste voorspeller.
b. Om te weten hoe sterk een voorspeller samenhangt met de afhankelijke variabele kan de onderzoeker het beste naar de
regressiecoëfficiënten kijken.
Zou iemand mij kunnen uitleggen waarom hier a het goede antwoord is???
Groet Linda